Categorie archief: Algemeen

Graven in de vuurlinie, Deel I De Liemers

In Jonkhans in ’t Land van Cleef, het vorige bericht over de genealogie van mijn familie, vertelde ik u al iets over mijn huidige onderzoek. Jonkhans-familieleden woonden in Lobith op het huidige Gelders Eiland in de Liemers en zij bezaten grond in het nabijgelegen Herwen. Zij kenden het gebied langs de Rijn met kleine dorpjes als Herwen, Aerdt, Lobith, Tolkamer, Spijk en Pannerden ongetwijfeld goed.

Rietvelden bij Pannerden en de Oude Rijnstrang

Sinds 2020 verricht ik onderzoek naar de gebeurtenissen in deze streek na de eind september 1944 mislukte Slag om Arnhem. Deze onbekende en zeer boeiende geschiedenis bevat enkele linkjes naar verwanten, waarover in een toekomstige publicatie meer zal volgen.

In de zomer van 1944 maken de geallieerden vanuit Normandië een flinke opmars, totdat ze op een onverwacht felle verdediging stuiten. Duitse troepen beheersen in Gelderland het gebied ten noorden van de Rijn. Vervolgens wordt een brede zone langs de rivier een Duits front- en spergebied. Op stel en sprong moeten ruim 200.000 inwoners vertrekken. Nog altijd weten veel mensen niet wat daar acht maanden lang in hun huizen gebeurde.

Mijn deze week verschenen boek Graven in de vuurlinie. Gelderland 1944-1945. Leven in het spergebied langs de Rijn. Deel I De Liemers werpt nieuw licht op deze bijzondere geschiedenis van het ontruimde gebied in het laatste jaar van de Tweede Wereldoorlog.

Hier moeten duizenden Nederlandse mannen over een lengte van 40 kilometer een nieuwe verdedigingslinie aanleggen: de Panther-Stellung. Van Spijk tot aan de Grebbeberg werken ze pal in het schootsveld van de geallieerden. Deze dwangarbeiders komen uit de regio zelf, of ze zijn elders opgepakt bij een van de vele razzia’s waarmee de bezetter zijn vernietigende oorlogsindustrie draaiende houdt.

Door hoogwater uitgespoelde loopgraven bij Westervoort nabij splitsing Rijn en IJssel. (Detail luchtfoto Fort Westervoort, 15 maart 1945, Gelders Archief 1560-1387, fotograaf onbekend, Public Domain Mark 1.0 licentie.)

Als auteur laat ik onder meer de toenmalige ooggetuigen aan het woord. Wanneer alle zekerheden van een normaal functionerende maatschappij wegvallen, hoe hou je je dan staande? Dat is een kernvraag binnen mijn onderzoek.

Voor een beschrijving van de situatie in het spergebied mocht ik gebruikmaken van veelal niet eerder gepubliceerde brieven en dagboeken. Zo komen de ‘spitters’, enkele bestuurders en – ondanks alle risico’s – gebleven bewoners aan het woord. Zij worstelen met het krijgsgeweld en met de grillen van de Duitsers, maar zijn inventief en houden moedig stand.

Dit eerste boek bevat verhalen over het leven in de verblijfskampen en over bouwlocaties in Zevenaar, Wester­voort, Duiven, Groessen, Loo, Pannerden, Herwen, Aerdt, Lobith, Tolkamer, Tuindorp en Spijk. Ik plaats persoonlijke ervaringen binnen de context van de arbeidsinzet, de oorlogssituatie en regionale militaire acties. Ook komen de contacten van dwangarbeiders met de buitenwereld aan bod en de nasleep voor betrokkenen. Veel opgepakte mannen waren afkomstig uit steden als Rotterdam, Utrecht, Hilversum, Groningen en Apeldoorn.

Na de oorlog raakte de linie in vergetelheid en veel dwangarbeiders zwegen. Bij thuiskomst wachtte hen vaak onbegrip. En toch. ‘Ik heb mijn ervaringen opgeschreven, in de hoop dat ze worden herinnerd.’

Het boek Graven in de vuurlinie, Leven in het spergebied langs de Rijn, De Liemers

Met deze wens besloot een van hen in 1945 zijn verslag. Mijn doel is om de geschiedenis van het spergebied en de belevenissen van de betrokkenen bekend te maken bij een breed publiek.

Het boek van Graven in de vuurlinie, Deel I De Liemers is nu verkrijgbaar via www.gridvl.nl. (Formaat 21 x 29,7 cm, soft cover, 336 pagina’s, 130 zwart-wit afbeeldingen uit de periode 1940-1945 en 10 militaire kaarten plus plattegronden in kleur.)

Voor geïnteresseerden staat er een downloadbare folder op de homepage met de voor- en achterkaft en inhoudsopgave van het boek.

Het vervolg in Arnhem

Vanaf Westervoort loopt de Panther-Stellung verder richting het centrum van Arnhem. Ook de Gelderse hoofdstad blijft tot de bevrijding in april 1945 een front- en spergebied. Hier zetten enkele bekenden uit de Liemers hun spittersbestaan voort.

Voor Deel II Arnhem zijn relevante dagboeken of correspondentie nog altijd welkom. Ik kan persoonlijke ervaringen op een zorgvuldige wijze in dit verhaal verweven. Dergelijke egodocumenten verschaffen lezers meer inzicht en u kunt de woorden van deze persoon laten voortleven. Neem contact op over deze mogelijkheid via de contactpagina van Graven in de vuurlinie.

Attendeer anderen

Kent u mensen die wellicht interesse hebben in de geschiedenis van het spergebied langs de Rijn? Stuur dit bericht gerust door!

Of doe iemand het boek cadeau. Desgewenst verpak ik het voor verzending in mooi cadeaupapier.

Leidse wevers op de Middelstegracht

De families Poptie, Van der Steen, Boekooy, Stouten en Van Wijk werkten eeuwenlang in de Leidse lakenindustrie. Zij en hun aanverwanten maakten van wol lakense stof van goede kwaliteit. Elke stap in het productieproces was een taak voor specialisten. Zo waren er onder meer wolwassers, kaarders, spinners, wevers, ververs en keurmeesters. Afhankelijk van hun beroep, werkten zij thuis of bij een meester in een werkhuis. Spinnen en weven deed men tot in de negentiende eeuw veelal in de eigen voorkamer. De Leidse binnenstad telt nog veel oude wevershuisjes. Een daarvan is omgetoverd tot museum.

Museum het Leids Wevershuis op de Middelstegracht is een bezoek waard. In de huidige vorm stamt het pand uit de zeventiende eeuw. Het staat in de wijk Pancras-Oost. Deze historische wijk zit vol sporen van de verdwenen lakenindustrie. Bij binnenkomst is het alsof de tijd driehonderd jaar heeft stilgestaan. De indeling is grotendeels onveranderd en alles ademt de sfeer van vroeger. Een deel van mijn voorouders heeft hier vlakbij in vergelijkbare huizen gewoond. Deze mensen moeten dit pand hebben gezien.

Vanaf de straat opent de voordeur naar een lange gang. Deze gang loopt van het voorhuis en de ommuurde binnenplaats helemaal door naar het achterhuis. Bij binnenkomst is links de voorkamer. Van oudsher stond hier een groot weefgetouw bij het straatraam. Zo kon een wever maximaal profiteren van daglicht. (Kaarsen waren duur.) Daarna volgt een steile houten trap naar de vliering. De kale dakpannen, waaronder de grotere kinderen sliepen, zijn zichtbaar.

Huiskamer met bedstede en potkachel in het wevershuisVoorbij de trap bevindt zich de woonkamer met bedstede en een ingebouwde kast. De bedstede is een krappe ruimte waar vroeger gordijnen voor hingen. Hier sliepen de ouders, eventueel samen met hun jongste kind. In de huiskamer staat een potkachel ter verwarming van de ruimte. Het daglicht valt binnen via een raam aan de binnenplaats. Voorbij de woonkamer loopt de gang met uitzicht op het plaatsje door naar het achterhuis, waar de eenvoudige keuken is.

Alles is zeer sober en de kamers zijn tamelijk klein (circa 3,5 x 4 meter). Het weefgetouw vult dan ook een flink deel van de voorkamer. Een wever werkte van zonsopkomst tot zonsondergang en hij zat zes dagen per week achter het getouw. Het moet eentonig werk zijn geweest. We kunnen ons nu moeilijk voorstellen hoe grote gezinnen in zulke wevershuisjes leefden, maar een bezoek aan dit museum geeft een goede indruk.

Misschien kwamen zij ook weleens binnen, de hieronder genoemde voorouders.

  • Willem Frederik Poptie (generatie 04 Poptie) trouwt in 1849 met Jannetje Boekooy. Het is aannemelijk dat zij als buurkinderen verkering kregen, want zij en hun ouders wonen dan allen op de Middelstegracht. Vader en zoon Poptie zijn wevers. Willem Frederik woont eerst enige tijd met vrouw en kind bij zijn ouders in.
  • Johannes Poptie (generatie 05 Poptie) woont tussen 1839 en 1852 met zijn gezin op nummer 608 nabij de Groenesteeg. Hij koopt dat pand voor ƒ 1.000.
  • Anthony Boekooy (generatie 05 Boekooy), is dekenwever of –werker van beroep en hij woont rond 1820 op de Middelstegracht.
  • Laurens Copijn (generatie 09 Copijn) woont in 1741 en 1749 af en aan op de Middelstegracht. Hij is spinner van beroep. Rond die tijd verhuist hij regelmatig met zijn vrouw Geertrui Cranenburg en hun kinderen.
  • Haar ouders Bartholomeus Kranenburg en Eva Philipsdr. Nagtegael (generatie 10 Kranenburg) wonen circa veertig jaar lang op deze gracht nabij de Groenesteeg.
  • Verder zien we hier Jan den Haan in 1717, man van Susanna van der Togt (generatie 09 Den Haan). Haar moeder Magdaleentje van Maele woont er in 1695.
  • Jan Stevens/Siewerse (generatie (08)/09) is lakenwerker. Ook hij woont op de Middelstegracht ten tijde van zijn huwelijk in 1704 met Sijtje Elias Lettier. Jaren later, in 1764, keert hun dochter Jannetje Siewers terug als weduwe van Denijs Stouten (generatie (07)/08 Stouten).
  • Andere voorouders op de Middelstegracht zijn: Robbrecht Schildewaert (in 1618, saaiwerker), Jannetgen de Honts (in 1629), Aeltge Abrahams van Buijren (in 1658), Joannis Baptist Passant (in 1697, lakenwerker), Catharina Klaas Cuijlings (in 1732), Steeven Brakel (in 1744, dekenwever of –werker), Jacomina van Oortegem (in 1746), Johanna van der Velde (in 1751), Jacobus Klippe (in 1771 en 1778, lakenwever of –werker), Johanna Fassijn (in 1774) en haar vader Job Fassijn (in 1774 en 1788, rokjeswever), Dirk van Wijk (generatie 06, in 1825 en 1827, wever) en zijn vader Dirk van Wijk (generatie 07, in 1774, 1825 en 1828, wever).

In de winter organiseert het museum boeiende lezingen bij de potkachel in de huiskamer. Dat is een prima gelegenheid om de sfeer te proeven. Meer informatie over de Leidse wevers en hun huizen vindt u in onderstaande literatuur.

Aanbevolen literatuur

  • Leidse wevershuisjes, Het wisselende lot van de 17e eeuwse Leidse arbeiderswoningen, K. van der Wiel, Primavera Pers, 2001.
  • Schering en inslag, Wandelgids langs monumenten van wonen, werken en sociale zorg in 650-jarig Pancras Oost, Stichting Het Leids Wevershuis, 2005.
  • Leidse wevers onder gaslicht, Schering en inslag van Zaalberg dekens onder gaslicht (1850-1915), uitgave J.C. Zaalberg en Zoon, 1952.
  • Stof uit het Leidse verleden, Zeven eeuwen textielnijverheid, red. J.K.S. Moes en B.M.A. de Vries, uitgeverij Matrijs, 1991.
  • Textielhistorische bijdragen 36 (1996), [geheel gewijd aan Leiden], red. J.L.J.M. van Gerwen et al, Stichting Textielgeschiedenis, 1996.
  • Door de wol geverfd, Herinneringen aan de Leidse textielindustrie in de twintigste eeuw, D.J. Noordam, J.K.S. Moes, J. Laurier, Walburg Pers, 1998.

Zie verder Museum het Leids Wevershuis en Museum De Lakenhal in Leiden, het TextielMuseum in Tilburg en Weefnetwerk.nl.

Bron foto: Museum het Leids Wevershuis.

U wordt oud dankzij de vrouwen

M.C. van der Steen circa 1950

Als uw moeder extreem lang leeft, heeft u zelf ook kans op een hoge leeftijd. Maar dit is geen garantie. Werden de broers en zussen van uw moeder eveneens ouder dan 90? Dan stijgen uw kansen wel. Of iemand oud wordt, is voor 25% erfelijk bepaald, en voor 75% afhankelijk van leefstijl en omgeving. Dit concludeert een groep wetenschappers van het Leids Universitair Medisch Centrum.

Laten we eens een kansberekening maken op basis van mijn voormoeders. Hun bereikte levensjaren geven een wisselend beeld. Vanaf mijn moeder (nu 85 jaar oud en kerngezond) kunnen we in vrouwelijke lijn nog acht generaties terugkijken.

  • (Grootmoeder) Maria Catharina van de Steen: bijna 97.
  • (Overgrootmoeder) Petronella Susanna Poptie: 85.
  • Jansje Boekooy: 49.
  • Petronella Stouten: 72.
  • Jannetje Fles: 81.
  • Neeltje Riethoven: 67.
  • Ermpje Hendriks van Nimwegen: 50.
  • Neeltje IJsbrands de Vos: waarschijnlijk 60+.

Van Neeltje IJsbrands de Vos is onbekend waar en wanneer zij is geboren en overleden. Wel kunnen we haar traceren tot vlak na haar zestigste verjaardag. Zo komen we tot de volgende conclusie over behaalde leefjaren: vier maal 80+, vier maal 80- en een kanshebster op 80+ (of toch 80-?) Hm.

Verder valt vrij goed na te gaan hoe lang hun broers en zussen hebben geleefd. Maar kunnen we de behaalde jaren in voorgaande eeuwen wel vergelijken met behaalde leeftijden in de twintigste eeuw? Misschien was zeventig in de achttiende eeuw het huidige negentig. En wat doen we met cholera-epidemieën, oorlogen of de hogere kindersterfte? Hoe laten we deze factoren meewegen? Want stel dat een jong gestorven broertje onder hygiënischere omstandigheden was geboren. Dan had ook hij negentig kunnen worden.

Er zijn vragen genoeg, maar de gevonden leeftijden bieden perspectief voor een lang leven.

Het begin

Pieternella Susanna Poptie

Pieternella Suzanna Poptie

Jaren geleden vertelde mijn oma over een van haar voorvaders. Een zekere Poptie trok met handelswaar van Leiden naar Den Haag. Daarna werd er niets meer van hem vernomen. Wat er gebeurd was, bleef een grote vraag.

In 1995 ging ik zelf op reis. Naar Polynesië, een paradijselijk eilandenrijk in de Stille-Zuidzee. Het werd een maandenlange vakantie. Ik was benieuwd naar het leven van de plaatselijke bevolking.
En voorouderverering is daar van belang. Op diverse eilanden begraaft men overleden familieleden gewoon in de voortuin. Zodat opa en oma altijd in de buurt zijn.

Mijn eigen opa’s en oma’s waren inmiddels overleden. Door die reis werd ik steeds nieuwsgieriger naar mijn eigen verleden. Wie waren mijn voorouders aan vaders- en moederskant? Ik bezocht eerst maar eens het Centraal Bureau voor Genealogie in Den Haag. Met aantekeningen van feiten en raadsels waar mijn vader en moeder over hadden verteld.

Daar in de studiezaal gebeurde wat menig genealoog zal herkennen. Ik stuitte op een goudader. Als een kind in een snoepwinkel zocht ik verder en vond het ene na het andere verhaal. Zes jaar later was ik honderden voorouders rijker.

Over mijn uitgebreide genealogische onderzoek heb ik eerder al gepubliceerd (zie pagina Publicaties). Op deze website wil ik de boeiende verhalen naar voren halen. Belevenissen van voorouders publiceer ik in blogs op deze website.  Ter referentie voeg ik per familietak een namenindex toe. De eerste documenten over de familie Van Veen staan hierboven.

Wilt u dit familiespoor ook volgen en nieuwe berichten via e-mail ontvangen? Dat kan via het icoontje ‘volg’ hier rechts boven.