De Leidse schoenmaker, schutter, steenbakker, belastingpachter, huisjesmelker en projectontwikkelaar Anthonis Joriszn Focker leidde een zeer energiek bestaan. Daardoor zou je bijna vergeten dat de Tachtigjarige Oorlog gaande was en hij een gezinsleven had. Hij en Emmetje Jans van Woerden krijgen na hun huwelijk in 1583 minimaal een zoon en twee dochters (Joris, Maritgen en Grietgen). Ik zal er geen doekjes om winden; Anthonis is vast geen lieverdje. En die zoon van hem heeft waarschijnlijk een aardje naar zijn vaartje. Lees verder
Tagarchief: Anthonis Joriszn Focker
Namen van Leidse huizen en herbergen
Sinds deze week kunt u het wel een wee van de familie Focker op Familiesporen lezen. Daarin staat het echtpaar Joris Claeszn. Focker en Marijtje Gerritdr. van de Ouwerijng met hun kinderen centraal. Joris en Marijtje zijn rond 1540 geboren en zij woonden in Leiden. In die tijd had de stad nog overduidelijk een middeleeuws uiterlijk. Een kenmerkend gebruik was om huizen (evenals herbergen) een naam te geven. Die prijkte vaak met een mooie afbeelding op een uithangbord aan de muur. Zo wist iedereen het pand zonder huisnummer wel te vinden.
Vaak kregen de panden toepasselijke namen. Een bakker zorgde dat hij goed vindbaar was. Die vertoefde bijvoorbeeld in ‘de gouden aren’. Bij de familie Focker komen we heel wat huisnamen tegen. Marijtje woont als weduwe in ’t Vergulden Lam, ook wel Het Gulden Lam genaamd. Haar huis staat op de hoek van de Steenschuur en de Hogewoerd.
Herbergen fungeerden regelmatig als plaats om zaken te doen. Zo regelt haar zoon Anthonis de formele afwikkeling van een erfenis in herberg In de Swan. Die zaak zit bij de Rode Steen op de Haarlemmerstraat. Deze steen markeert waarschijnlijk de grens tussen de Onze Lieve Vrouwe en Sint Pancras parochies. Andere herbergnamen uit akten zijn: De Blaeuwe Clock, inden Druijff, Den Verlooren Arbeijt, inden Regenbooch, De Eenhoorn, Den Gulden Gecroonden Hoorn (op de Breestraat), inde Drie Goude Wijnprouers, inden Vergulden Hoorn, int Hoff van Hollandt.
Zoon Gerrit bezit het pand Roma dat tussen de Hogewoerd en de Rijn staat. Verder komen we huisnamen tegen als: Augsburg (vernoemd naar de plaats van herkomst van de eigenaar) en Den Vergulde Poort. Zelfs akkers kregen een naam. Zo bezit Anthonis vier veenakkers genaamd De Ruige Camp in Boxhol (Bokshol), een dorpje in Zuid-Holland.
Anthonis schopte het tot lokale beroemdheid. Zijn riante woning aan de Oude Singel stond eeuwenlang bekend als het Focker’s Huijs. (Klik op afbeelding voor vergroting: het brede huis met diepe tuin links van nummer 59.) Dat was naar huidige maatstaven ruim een miljoen euro waard. Voor een transactie machtigt hij een koopman die in Het Radt van Avonturen woont. En nadat Anthonis bijna bankroet gaat, verkast hij naar De Leggende Leeuw in de Sint Aagtenstraat. Het was toch nog een aardig optrekje. Dit in tegenstelling tot de eenvoudige wevershuisjes die hij aan lakenwerkers verhuurde. Die pandjes bleven anoniem.
Op de kaart Lugdunum Bavatorum, circa 1619 van Pieter Bast; bijgewerkt en uitgebreid door Nicolaes van Geelkercken, staat in het midden het Focker’s Huijs aan de Oude Singel. Het is het grootste huis met verreweg de grootste stadstuin in het rijtje. De twee huizen daarnaast zijn ook van Anthonis Joriszn. Focker.